De uitleg van een Weegbon van de Tanita weegschaal. We hebben alles even duidelijk op een rijtje gezet. Je kunt natuurlijk niet alles onthouden dus vandaar hier de uitleg.
Tanita weegbonVetpercentage:
de hoeveelheid lichaamsvet in verhouding tot het lichaamsgewicht.
- vrouwen tot 40 jaar = gezond vetpercentage tussen 20% en 33%.
- vrouwen van 40 jaar en ouder = bovengrens op 36% lichaamsvet.
- mannen tot 40 jaar = gezond vetpercentage tussen 8% en 20%.
- mannen van 40 jaar en ouder = bovengrens op 25% lichaamsvet
Vet massa:
is lichaamsvet uitgedrukt in kg.
Vetvrije massa:
gewicht -/- vetmassa.
Spiermassa:
het gewicht van de spieren (skeletspieren en gladde spieren als hartspier en spijsverteringsspieren) en het water dat deze spieren bevatten. Spieren spelen een belangrijke rol in het energieverbruik. Lichaamsvocht: het lichaamsvocht uitgedrukt in kg.
Lichaamsvochtpercentage:
bij vrouwen moet dit tussen 45% en 60% zijn en bij mannen tussen 50% en 65%. Het totale lichaamsvochtpercentage daalt naarmate het lichaamsvetpercentage hoger wordt. de hoeveelheid botmineraal in het volledige bot.
Gemiddelde botmassa voor vrouwen:
lichaamsgewicht tot 50 kg : 1.95 kg bot
lichaamsgewicht van 50 kg tot 75 kg: 2.40 kg bot
lichaamsgewicht van 75 kg of meer: 2.95 kg bot
Gemiddelde botmassa voor mannen:
- lichaamsgewicht tot 65 kg : 2.65 kg bot
- lichaamsgewicht van 65 kg tot 95 kg: 3.29 kg bot
- lichaamsgewicht van 95 kg of meer: 3.69 kg bot
BMR:
Basal Metabolic Rate of Basaal Metabolisme,
is het minimale energieverbruik van een persoon in rusttoestand om alle organen doeltreffend te laten functioneren (zoals ademhalingsorganen, bloedvatenstelsel, zenuwstelsel, lever, nieren enz.). Ongeveer 70% van de calorieën die we elke dag verbranden worden voor je basaal metabolisme gebruikt. Je skeletspier (ongeveer 40% van je lichaamsgewicht) fungeert als metabolische motor en verbruikt veel energie. Je basaal metabolisme wordt sterk beïnvloed door je spiermassa, vandaar dat het toeneemt als je spiermassa toeneemt. Het basaal metabolisme daalt na je 17e. Een hoger basaal metabolisme verhoogt het aantal verbruikte calorieën en verlaagt het lichaamsvetpercentage. Het verliezen van lichaamsvet en gewicht is veel moeilijker met een laag basaal metabolisme.
Is jong bij een hoge spiermassa, een hoge BMR en een laag vetpercentage. Als je metabolische leeftijd hoger is dan je werkelijke leeftijd dan moet je basaal metabolisme toenemen en het vetpercentage afnemen. Met meer lichamelijke activiteiten bouw je een gezond spierweefsel op en dat verbetert je metabolische leeftijd.
Viscerale vetwaarde:
Dit is het vet dat zich in de buikholte en rond de vitale organen in de onderbuik bevindt. Een gezond visceraal vetpercentage zit tussen 1 en 12. Vanaf 13 is het buitensporig en is het advies meer te bewegen en een dieet te volgen. Het is mogelijk om een hoog visceraal vetpercentage te hebben bij een laag lichaamsvetpercentage.
Onderzoek toont aan dat de verdeling van vet zelfs bij constant gewicht en lichaamsvet verandert en zich naar de onderbuik verplaatst, vooral na de menopauze. Een gezond visceraal vetgehalte verlaagd de kans op ziekten als: hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en de start van type 2 diabetes.
BMI:
Body Mass Index
geeft aan of je gewicht bij je lengte past. Het wordt berekend door je gewicht te delen door je lengte in cm in het kwadraat.
Interpretatie van de BMI-waarden:
20-25 gezond gewicht
25-30 overgewicht
30-40 obesitas
40+ morbide obesitas
Ideaal gewicht: is een BMI van 22.
Impedantie:
Bij deze weegschaal wordt een zwakke stroom door je lichaam gestuurd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat vet stroom veel slechter geleid dan andere lichaamsweefsels zoals spieren. Aan de hand hiervan worden de berekeningen gemaakt. Het impedantiegetal geeft de lichaamsweerstand aan. Om de gegevens met elkaar te kunnen vergelijken mag het getal met 5 punten van elkaar afwijken.